Het eenvoudigste weefpatroon wordt gevormd door de linnenbinding, platbinding, effen- of snelbinding. Hiervoor moet de inslagdraad telkens één kettingdraad opnemen en de volgende laten vallen. De ene inslagdraad neemt de even genummerde kettingdraden op, de volgende de oneven kettingdraden. Bij ingewikkelder patronen kan de inslagdraad twee of meer kettingdraden in een keer opnemen.
Weet je wat veel makkelijker is? Het patroontje maken en pinten op een legging. Hoef je ook niet met ingewikkelde patronen te werken en daarnaast hebben wij helemaal geen weefgetouw op kantoor staan. Je moet het soms gewoon makkelijk maken in het leven en dat doen wij graag. En jij? Jij lekker kan raven in deze lekker weven.
